Deuteronomy 4:26-27

29) hemel en de aarde

Dat is, alle hemelse en aardse schepselen. Dit is een manier van spreken, waardoor de onvernuftige schepselen tegen den mens, wegens verstoktheid en ongevoeligheid, worden ingevoerd om hem door natuurlijke redenen, die hij in het aanschouwen en gebruiken daarvan behoort te betrachten van zijn hardnekkigheid en ondankbaarheid tegen den machtigen en goeden God aan te klagen en te overtuigen. Zie onder, Deut. 30:19, en Deut. 31:28, en vergelijk onder, Deut. 32:1; Jes. 1:2; Micha 6:2.

De 30.19 31.28 32.1 Isa 1.2 Mic 6.2

30) voorzeker haast zult omkomen

Hebreeuws, omkomende omkomen.

31) ganselijk verdelgd worden.

Hebreeuws, verdelgd wordende verdelgd worden.

32) een klein volksken

Hebreeuws, lieden van getal; dat is, die haast geteld zijn. Zie Gen. 34:30.

Ge 34.30

Deuteronomy 31:17

22) Mijn aangezicht van hen verbergen,

Dat is, mijn zegen en hulp, waardoor Ik mijn genadige tegenwoordigheid placht te bewijzen, hunlieden onttrekken; en alzo in Deut. 31:18.

De 31.18

23) ter spijze zijn,

Hebreeuws, om te eten; dat is, van de vijanden als wilde dieren verscheurd en verslonden te worden. Vergelijk boven, Deut. 7:16; Ezech. 34:5,8,10, en Ezech. 35:12.

De 7.16 Eze 34.5,8,10 35.12

24) kwaden en benauwdheden

Dat is, ongelukken, ellenden; en zo in het volgende.

25) het treffen;

Te weten, volk; gelijk boven en in het volgende.

26) getroffen,

Hebreeuws, gevonden; en zo in Deut. 31:21.

De 31.21

27) in het midden van mij niet is?

Gelijk boven, Deut. 1:42.

De 1.42

1 Samuel 23:17

27) ik zal de tweede bij u zijn;

Het schijnt dat David dit zijn vriend Jonathan beloofd heeft, toen zij een verbond met elkander hebben opgericht. Hebreeuws, ik zal u tot een tweede zijn, of laat mij de tweede naast u zijn.

28) ook weet mijn vader Saul zulks wel.

Samuel had dit aan Saul genoegzaam te kennen gegeven, boven, 1 Sam. 15:28.

1Sa 15.28
Copyright information for DutKant