Esther 7:8

16) gevallen

Te weten, om Esther te smeken en te bidden dat zij den koning voor hem zou willen bidden, dat hij zijn leven mocht behouden.

17) op het bed,

Versta hier, zulk een bed, of koets, gelijk boven, Esth. 1:6; zijnde gemaakt om aan de tafel te liggen als zij aten. Aldus heeft ook Christus en zijn discipelen aan de tafel gelegen, niet gezeten, Matth. 26:20; want dit was eertijds bij de Perzen, Romeinen en andere nati‰n gebruikelijk.

Es 1.6 Mt 26.20

18) verkrachten

Of, geweld aandoen, overweldigen.

19) bij mij

Dat is, in mijn bijwezen en tegenwoordigheid.

20) in het huis?

Te weten, in dit huis van den maaltijd.

21) woord ging uit

Of, een woord; dat is, bevel.

22) bedekten Hamans aangezicht.

Die bij de Perzen in des konings ongenade gekomen was, dien werd het aangezicht bedekt, als niet waardig zijnde den koning te aanschouwen. Zie Job 9:24.

Job 9.24

Job 38:13

29) hij de

Te weten, de dageraad.

30) einden

Hebreeuws, vleugelen. Alzo boven, Job 37:3. Zie de aantekening. Versta, de uiterste delen en hoeken der aarde, tot welke het schijnsel der zon zich uitbreidt.

Job 37.3

31) uitgeschud

Dat is, uitgeroeid, als stof dat men uitschudt, Neh. 5:13, of, als iets anders, dat uit zijn plaats uitgeschud wordt; Exod. 14:27. Of, uitgeschud worden; te weten, omdat zij het licht des daags schuwen, bedrijvende hun boosheden meest in den nacht, en die daarmede bedekkende, boven, Job 24:13,14; Joh. 3:20; idem, omdat zij bij klaren dag van de overheid plegen met den dood gestraft en zo uit de wereld weggeruimd te worden.

Ne 5.13 Ex 14.27 Job 24.13,14 Joh 3.20
Copyright information for DutKant