Exodus 12:29-30

59) al de eerstgeborenen in Egypteland sloeg,

Dit heeft God gedaan tot een straf over het ongelijk, hetwelk Farao en zijn onderdanen aan Isra‰l, Gods eerstgeborene, gedaan hadden, Exod. 4:22,23.

Ex 4.22,23

60) tot op den eerstgeborene van den gevangene,

Vergelijk met deze manier van spreken, boven Exod. 11:5.

Ex 11.5

61) die in het gevangenhuis was,

Hebreeuws, in het huis van den put, of van den kuil.

Ezekiel 30:4

4) smart zijn

Van allerlei jammer zal hun zo bang worden als een barende vrouw. Alzo Ezech. 30:9.

Eze 30.9

5) Morenland,

Gelijk boven Ezech. 29:10, en onder Ezech. 30:5,9. Hebreeuws, Cusch.

Eze 29.10 30.5,9

6) zullen vallen in Egypte;

Hebreeuws, de verslagene zal, enz.

7) zij zullen

De Chalde‰n.

8) zijn menigte wegnemen,

Versta, den overvloed, of de menigte van Egypte; gelijk boven Ezech. 29:19, en onder Ezech. 30:10.

Eze 29.19 30.10
Copyright information for DutKant