Exodus 12:41

Judges 11:26

40) driehonderd jaren

Hier [alsook elders in de Heilige Schrift] wordt een rond getal gesteld; alhoewel, naar sommiger rekening, enige weinige jaren zouden overschieten, als men de jaren neemt van den uittocht der kinderen Isra‰ls uit Egypte, waarvan Jeftha dit verhaal begonnen heeft, en meer jaren onder de drie honderd zijn dan men zou rekenen van de victorie van Isra‰l tegen Sihon bekomen. Zie van dit gebruik der Heilige Schrift Gen. 15:13, en onder, Richt. 20:46; 2 Sam. 5:5.

Ge 15.13 Jud 20.46 2Sa 5.5

41) gered?

Dat de Ammonieten in zo langen tijd zonder twijfel eens zouden hebben bestaan, indien zij zulk een recht vermeend hadden te hebben.

Judges 20:46

91) vijf en twintig duizend mannen,

In dit getal worden, naar het gebruik der Heilige Schrift, de honderd [waarvan boven, Richt. 20:35, om de rondheid van het getal, uitgelaten. Vergelijk boven, Richt. 11:26.

Jud 20.35 11.26

2 Samuel 5:4-5

12) oud

Hebreeuws, een zoon van dertig jaar.

13) veertig jaren

En zes maanden, gelijk uit 2 Sam. 5:5 blijkt. Van zulk een gebruik van een rond getal, zie Richt. 11:26. Anderen verstaan zes maanden onder de veertig jaren. Doch 2 Sam. 5:5 en 1 Kon. 2:11 [alwaar dezelfde jaren van Davids regering te Hebron alleen gesteld worden, zonder de zes maanden] schijnen mede te brengen dat de zes maanden zijner regering te Hebron overschieten.

2Sa 5.5 Jud 11.26 2Sa 5.5 1Ki 2.11

1 Kings 15:25

52) twee jaren

Versta niet ten volle; gelijk af te nemen is uit 1 Kon. 15:28,33.

1Ki 15.28,33

Galatians 3:17

65) En dit zeg ik:

Dat is, dit wil ik zeggen met het voorgaande exempel van menselijke verbonden of testamenten.

66) Het verbond, dat

Dat is, dat dan veel meer het verbond Gods vast blijft, zonder verandering.

67) te voren van God

Namelijk met ede, Gen. 12:2, en Gen. 15:18, en Gen. 17:4, en Gen. 22:17; Hebr. 6:14,15, enz., en met andere uiterlijke tekenen en zegelen.

Ge 12.2 15.18 17.4 22.17 Heb 6.14,15

68) op Christus,

Namelijk overmits het door den dood van Christus als des testamentmakers zou bevestigd worden, Hebr. 9:15, dat ook Christus deze geestelijke zegeningen ons moest verdienen door een volkomen voldoening voor onze zonden, waarvan de ceremoni‰n der wet voorbeelden waren; en dat wij dezelve niet kunnen deelachtig worden, dan door het geloof in Christus.

Heb 9.15

69) door de wet,

Alzo iemand hiertegen had kunnen zeggen, dat eer de wet gegeven was, het met de zaak van Gods verbond zo mocht gelegen zijn; maar als de wet gegeven is geweest, dat toen het verbond Gods zou veranderd zijn geworden; zo bewijst hier de apostel zulks ook onwaarachtig te zijn.

70) die na

Dat is, dewijl de wet zoveel jaren daarna op den berg Sina‹ gegeven is. Het begin van deze vier honderd en dertig jaren moet gerekend worden van dien tijd aan, als God Abraham beval uit zijn land te vertrekken, Gen. 12:1. Zie hiervan breder Exod. 12:40; Hand. 7:6.

Ge 12.1 Ex 12.40 Ac 7.6

71) krachteloos gemaakt,

Of, onvast. Grieks de wet, enz., en maakt het verbond, enz. niet krachteloos.

72) de beloftenis te

Zie Gal. 3:16.

Ga 3.16

Galatians 4:29

121) toen, die

Namelijk ten tijde van Abraham.

122) naar het vlees

Namelijk Ismael. Zie Gal. 4:23.

Ga 4.23

123) vervolgde dengene,

Namelijk met bittere bespotting. Zie Gen. 21:9.

Ge 21.9

124) naar den Geest

Dat is, Izak, die geboren was uit kracht der belofte Gods, van zijne ouders aangenomen met waar geloof, hetwelk de Geest Gods in hen gewrocht heeft.

125) alzo ook nu.

Namelijk worden de gelovigen, die hunne zaligheid alleen in Christus zoeken gelijk Izak, nog vervolgd van de Joodse synagoge, die door de wet wil zalig worden, waarvan Ismael een voorbeeld was. Daarmede vermaant hij de gelovigen tot lijdzaamheid en standvastigheid.

Copyright information for DutKant