Exodus 14:21

21) maakte de zee droog,

Hebreeuws, zette de zee ter droogte.

Joshua 3:16

16) Adam af,

Deze stad wordt in sommige kaarten gesteld aan de oostzijde van de Jordaan, tegenover Gilgal.

17) Sarthan [ligt]

Een plaats, gelegen zuidwaarts van Adam aan de oostzijde van de Jordaan. Zie van twee andere Zarthans 1 Kon. 4:12, en 1 Kon. 7:46.

1Ki 4.12 7.46

18) Zoutzee,

Hebreeuws, de zee des zouts. Zie Gen. 14:3.

Ge 14.3

19) zij werden afgesneden.

Hij wil te verstaan geven dat de onderste wateren met een snellen vloed terstond zijn afgelopen en verzwolgen in de Zoutzee, opdat het volk Gods droogvoets op den grond der rivier gaan zou.

Psalms 9:5

6) rechtzaak

Versta, de rechtzaak, die ik had tegen mijne vervolgers.

7) troon,

Verg. boven Ps. 7:8, en onder Ps. 9:8.

Ps 7.7 9.7

8) gerechtigheid.

Dat is, rechtvaardige Rechter; of richtende gerechtigheid; dat is, rechtvaardiglijk.

Psalms 18:15

5) vermenigvuldige

Of, schoot bliksemen uit. Zie Job 16:13; Jer. 50:29.

Job 16.13 Jer 50.29

Psalms 104:7

12) Van uw schelden

Het schijnt dat hier door het schelden Gods moeten verstaan worden de sterken winden en stormen. Zie Ps. 18:16. Anders: van uw schelden; dat is, van uw enrstig bevel. Zie Job 26:12.

Ps 18.15 Job 26.12

13) voor de stem

Dat is, van uw grote en krachtige stem, die als een donder is.

Copyright information for DutKant