Exodus 15:17

23) op den berg Uwer erfenis,

Dat is, in het bergachtige land, gelijk Kana„n is; Deut. 11:11. Anderen verstaan hier den berg Moria, waarop naderhand de tempel gebouwd is.

De 11.11

2 Samuel 20:19

51) Ik ben een

Zij spreekt in den naam der stad Abel.

52) stad,

Hebreeuws, een stad en een moeder; enz.; dat is, een hoofdstad, hebbende onder haar andere steden en dorpen. Of, versta door de moeder de inwoners ener stad, die als ene moeder is van andere, die zij, als een moeder den kinderen, met wijzen en goeden raad pleegt voor te gaan.

53) erfdeel des HEEREN

Dat is, zijn volk, dat Hij bemint, als een mens zijn erfdeel.

Jeremiah 2:7

13) Ik bracht

Dit zijn weder Gods woorden.

14) vruchtbaar

Hebr. Karmel. Zie 2 Kon. 19:23; alzo onder Jer. 4:26, en Jer. 48:32, enz., versta Kana„n.

2Ki 19.23 Jer 4.26 48.32

15) erfenis

Zie Ps. 86:10.

Ps 86.10

16) gruwel.

Bedrijvende daarin allerlei gruwelijke afgoderij, gelijk volgt.

Jeremiah 50:10-11

28) verzadigd worden,

Van roof en buit volop hebben.

29) gij plunderaars

Of, plunderende, of als gij plundert.

30) erfenis!

Van het land Kana„n en van mijn volk.

31) geil geworden zijt

Of, gegroeid zijn, aan het lichaam toegenomen zijt, als een jonge vaars, die in jong teder gras gaat weiden.

32) [paarden];

Gelijk boven Jer. 47:3.

Jer 47.3
Copyright information for DutKant