Exodus 19:5-6

10) naarstiglijk Mijner stem zult gehoorzamen,

Hebreeuws, gehoorzamende zult gehoorzamen.

11) de ganse aarde is Mijn;

Te weten, met alles wat er in is.

12) een priesterlijk koninkrijk,

Hebreeuws, een koninkrijk der priesters; dat is, een rijk, bestaande uit priesters en koningen.

13) heilig volk zijn.

Dat is, ge‰igend tot den dienst van God.

Deuteronomy 26:18-19

17) hoog zette,

U alzo doen uitsteken, dat gij boven alle volken geroemd, vermaard en verheerlijkt zijt, en dat tot prijs en heerlijkheid van Gods hogen en heerlijken naam, die de enige auteur is van allen genadigen, zo geestelijken als lichamelijken zegen. Vergelijk onder, Deut. 28;1, en boven, Deut. 10:21; 2 Sam. 7:23; Jer. 33:9, enz.

De 10.21 2Sa 7.23 Jer 33.9

18) heerlijkheid;

Of, sieraad, smuk.

Malachi 3:16-17

55) Alsdan

Te weten, als zij zulke woorden der goddelozen horen.

56) spreken,

Te weten, de navolgende woorden, tot onderlinge vertroosting.

57) merkt er toch op en hoort,

Te weten, op de redenen der godslasteraars, die God niet ongestraft zal laten, hetzij hier of hiernamaals.

58) daar is een gedenkboek

Dat is, de Heere vergeet die niet, die Hem vrezen. Zie Deut. 32:34; Ps. 139:16; Openb. 20:12.

De 32.34 Ps 139.16 Re 20.12

59) voor Zijn aangezicht geschreven,

Dit is menselijkerwijze van God gesproken.

60) die aan Zijn Naam gedenken.

De zin is: Die den Heere steeds voor ogen hebben, Hem achten en eren.

61) te dien dage,

Namelijk te dien dage als Ik de goddelozen straffen en mijn volk verlossen zal; zo zullen zij zijn, als mijn eigen erfdeel, een volk mij erfelijk toebehorende. Zie Ps. 135:4; 1 Petr. 2:9, en Tit. 2:14. Anders: Te dien dage, als Ik mij een eigendom maken zal; dat is, als Ik mijn volk zal afzonderen van de goddeloze wereldskinderen. Anders: ten dage als Ik mijn allerdierbaarste juwelen afzonderen zal.

Ps 135.4 1Pe 2.9 Tit 2.14

62) Ik zal hen verschonen,

Dat is, Ik zal hen niet uitroeien met de goddelozen.

Romans 9:8

31) de kinderen des vleses,

Dat is, die alleen naar het vlees uit Abraham geboren zijn.

32) de kinderen der beloftenis

Dat is, die, gelijk Izak, uit kracht der belofte Gods, tegen den loop der natuur geboren is, alzo ook door kracht van Gods verkiezing en belofte tot het geloof zouden gebracht worden.

33) worden voor het zaad gerekend.

Namelijk aan welke God Zijn geestelijken zegen en Zijn erfdeel belooft.

Copyright information for DutKant