Exodus 22:2-3

1) in het doorgraven,

Gelijk Matth. 24:43. Hebreeuws, in doorgraving, of, met een doorgravend instrument.

Mt 24.43

2) het zal hem geen bloedschuld zijn.

Hebreeuws, het zal hem geen bloeden zijn; dat is, hem [te weten den doodslager des diefs] zal geen bloed toegerekend worden; hij zal daarom niet als een doodslager gestraft worden. Aldus wordt het woord bloeden genomen, Num. 35:27, en elders.

Nu 35.27
3) Indien de zon

Dat is, indien het klaar dag is als de dief inbreekt, die hem dan doodslaat, diens bloed zal daarom vergoten worden.

4) over hem opgegaan is,

Te weten, over den dief, toen hij geslagen werd.

5) hem een bloedschuld zijn;

Te weten, den doodslager.

6) volkomen wedergeven;

Hebreeuws, wedergevende wedergeven; hij, te weten den dief, van welken Exod. 22:1 gesproken is, welke zaak hier vervolgd wordt.

Ex 22.1

Jeremiah 2:30

78) geslagen;

Zie Jes. 1:5.

Isa 1.5

79) tucht

Zie Spreuk. 1:2.

Pr 1.2

80) zwaard

Zover is het vandaar, dat gij mijne bestraffingen zoudt hebben aangenomen, dat gij daarentegen de profeten, die u van afgoderij afmaanden, als woedende wilde beesten vernield hebt, gelijk geschied is ten tijde van Asa, Joas en Manasse. Zie ook Matth. 23:29, enz.; Luk. 11:47, enz., en Luk. 13:34.

Mt 23.29 Lu 11.47 13.34

81) verdervende leeuw.

Of, vernielende. Zie van het Hebreeuwse woord Richt. 20:21.

Jud 20.21
Copyright information for DutKant