Exodus 35:5
5) hetgeen, Hebreeuws, dat bij ulieden is. 6) vrijwillig is, Zie Job 12:21. Job 12.21 2 Chronicles 24:5-6
6) Isral, Versta, de Isralieten, die onder het gebied van Juda stonden. Zie boven, 2 Kron. 15:17, en 2 Kron. 21:2. 2Ch 15.17 21.2 7) beteren Hebreeuws, sterken; dat is vernieuwen, gelijk 2 Kron. 24:4. Alzo 2 Kon. 12:5,6, en onder, 2 Kron. 24:12. 2Ch 24.4 2Ki 12.5,6 2Ch 24.12 8) van jaar tot jaar; Dewijl het in n jaar niet kon vermaakt worden; of dat de reparatie alle jaar moest geschieden. 9) tot deze zaak; Hebreeuws, tot dit woord. 10) het hoofd, Te weten, der priesters, dat is den overpriester. Het woord priester wordt onder, 2 Kron. 24:11 daarbij gevoegd. Zie ook Neh. 12:7. 2Ch 24.11 Ne 12.7 11) geen onderzoek Of, niet afgevorderd. 12) schatting Of, heffing, collecte, belasting. Versta, een zulke, gelijk Mozes beval, tot de making van den tabernakel in de woestijn, Exod. 30:12,13, en Exod. 38:24,25, welke niet jaarlijks geschiedde, maar naar eis van den nood. Vergelijk de aantekening Exod. 30:12. Anderen menen dat deze collecte ordinair zou geweest zijn, en jaarlijks geschied tot onderhouding van den godsdienst en zijn toebehoren. Ex 30.12,13 38.24,25 30.12 13) tent der getuigenis? Zie Num. 1:50. Nu 1.50
Copyright information for
DutKant