Exodus 8:8
10) Bidt vuriglijk tot den HEERE, Zie Gen. 25:21. De plagen en harde slagen doen Farao dien God kennen, wien hij tevoren niet wilde kennen. Zie Exod. 5:2, en 1 Sam. 6:2,3, enz. Ge 25.21 Ex 5.2 1Sa 6.2,3 11) wegneme; De tovenaars konden wel de plagen van God nabootsen, Exod. 8:7, maar zij konden die niet weren noch verlichten. Ex 8.7Psalms 18:41
Copyright information for
DutKant