Ezekiel 12:5

17) Doorgraaf u den wand voor hun ogen,

Te weten om te betekenen dat de koning Zedekia de muren der stad zou laten breken, om door de breuk met zijne krijgslieden uit het gevaar te komen. Zie de vervulling 2 Kon. 25:4; Jer. 52:7.

2Ki 25.4 Jer 52.7

18) [uw gereedschap] uit.

Dit is hier ingevoegd uit Ezech. 12:4, en uit het volgende Ezech. 12:7.

Eze 12.4,7

Ezekiel 12:12

34) vorst,

Namelijk de koning Zedekia, van wien in Ezech. 12:10 gesproken is.

Eze 12.10

35) hen is,

Dat is, van die van Jeruzalem en gans Juda.

36) [het gereedschap]

Te weten die ter verreizing nodig is, gelijk boven Ezech. 12:4.

Eze 12.4

37) in het donker,

Vergelijk boven Ezech. 12:4,6,7.

Eze 12.4,6,7

38) wand graven,

Dat is, muur; vergelijk boven Ezech. 12:5.

Eze 12.5

39) aangezicht bedekken,

Vergelijk boven Ezech. 12:6.

Eze 12.6
Copyright information for DutKant