Ezekiel 13:10

26) daarom dat zij Mijn volk

Deze verdubbeling geschiedt om den zin te meer kracht te geven; zie dergelijke Gen. 7:2, en Gen. 14:10; Num. 3:9; Deut. 16:20; Jo‰l. 3:14, en de aantekening.

Ge 7.2 14.10 Nu 3.9 De 16.20 Joe 3.14

27) verleiden,

Te weten alzo, dat zij mijne dreigementen niet geloofd, mijne godsdiensten niet zuiver gehouden, en mijne wetten, voorschrijvende de manier des levens, niet gehoorzaamd hebben; Jer. 28:15,16.

Jer 28.15,16

28) zeggende:

Dat is, hun wijsmakende dat alle dingen wel waren en geen straf was te verwachten; vergelijk Jer. 6:14, en Jer. 28:9, en onder Ezech. 13:16.

Jer 6.14 28.9 Eze 13.16

29) de een een

Te weten valse profeet.

30) lemen wand bouwt,

Dat is, een slecht en zwak schutsel om een huis vrij te houden van geweldigen aanstoot en inbreuk. Versta, de ijdele en vleiende profetie‰n der verleiders, die zij het volk voorhielden, opdat zij de dreigementen, die God door de ware profeten liet verkondigen, niet geloven zouden.

31) de anderen

Te weten valse profeten.

32) pleisteren

Dat is, hielpen de voorgestelde profetie van den eersten, door ijdele en den mensen aangename schijnredenen te bevestigen en te volmaken.

33) loze kalk.

Versta, een kwalijk gemaakte of getemperde stof van leem of modder, dat lichtelijk afvalt en vergaat; vergelijk onder Ezech. 22:28.

Eze 22.28
Copyright information for DutKant