Ezekiel 25:6

11) geklapt,

Van grote vreugde en vermaak over de ellenden der Joden, alsof zij zeiden: Heah, zo zo, dat is toch te goed, dat gaat wel; vergelijk Ezech. 25:3, en boven Ezech. 6:11.

Eze 25.3 6.11

12) van harte verblijd zijt geweest

Of, met lust. Zie Ps. 27:12. Alzo Ezech. 25:15. Of aldus: En verblijd zijt geweest in al uw gretige plundering. Hebreeuws, in, of met de ziel. Vergelijk onder Ezech. 36:5.

Ps 27.12 Eze 25.15 36.5

13) plundering,

Of, spijt; idem, versmading; gelijk boven Ezech. 16:57, en onder Ezech. 25:15.

Eze 16.57 25.15

Zephaniah 2:8

26) de beschimping van Moab gehoord,

Of, de versmading, of den smaad.

27) zich groot gemaakt

Oorlog tegen hen voerende, en hun een deel van hun land afnemende, pochende dat zij nog meer land hun wilde afnemen. Zie de aantekening bij Ps. 35:26, en verg. Jer. 48, en Jer. 49.

Ps 35.26
Copyright information for DutKant