‏ Ezekiel 28:7

12) vreemden over u brengen,

De Babyloni‰rs, boven Ezech. 26:7; onder Ezech. 29:20.

Eze 26.7 29.20

13) tirannigste der heidenen;

Of, verschrikkelijkste, gruwzaamste, wreedste. Alzo onder Ezech. 30:11, en Ezech. 31:12, en Ezech. 32:12.

Eze 30.11 31.12 32.12

14) uittrekken

Hebreeuws, ledigen, omdat de schede in het uittrekken van het zwaard geledigd wordt; alzo onder Ezech. 30:11.

Eze 30.11

15) schoonheid uwer wijsheid,

Dat is, uw bloeiend koninkrijk en staat, welker heerlijkheid gij uwe wijsheid toeschrijft; of tegen u, die gij u zo schoon en wijs houdt.

16) ontheiligen.

Dat is, verontreinigen, als een onheilig en vuil ding behandelen mits u dodende en in den kuil smijtende, gelijk volgt; alzo Ezech. 28:16. Zie boven Ezech. 7:21.

Eze 28.16 7.21
Copyright information for DutKant