Ezekiel 3:18-19

48) den dood sterven,

Hebreeuws, stervende zult gij sterven. Vergelijk Gen. 2:17, en Gen. 3:4, met de aantekening.

Ge 2.17 3.4

49) goddelozen weg te waarschuwen,

Zie Spreuk. 2:12.

Pr 2.12

50) hem in het leven behoudt;

Te weten, niet als God, de enige werkmeester, door zijn eigen kracht, maar als zijn instrument door de bediening van zijn woord, hetwelk de kracht Gods genaamd wordt; 1 Cor. 1:18. Zie 1 Cor. 3:5,6,7,8,9. Alzo worden de dienaars van God gezegd velen te rechtvaardigen. Dan. 12:3; vissers der mensen te zijn, Matth. 4:19; een licht en zaligheid der heidenen; Hand. 13:47; de ogen der mensen te openen om zich van de duisternis tot het licht te bekeren, enz., Hand. 26:18; zichzelven en die hen horen te behouden, 1 Tim. 4:16; de ziel van den dood te behouden en menigte der zonden te bedekken, Jak. 5:20; vergelijk Ezech. 1:10.

1Co 1.18 3.5,6,7,8,9 Da 12.3 Mt 4.19 Ac 13.47 26.18 1Ti 4.16 Jas 5.20 Eze 1.10

51) in zijn ongerechtigheid sterven,

Dat is, om zijne ongerechtigheid; vergelijk Lev. 15:13, onder Ezech. 3:19,20, en Ezech. 18:24.

Le 15.13 Eze 3.19,20 18.24

52) bloed

Zie Gen. 42:22.

Ge 42.22
53) bevrijd.

Te weten van mijne wraak en straf, die anders over u zou gekomen zijn; gelijk onder Ezech. 3:21.

Eze 3.21

Acts 18:6

13) schudde hij

Dit was een teken dat zij met hen gene gemeenschap meer wilden hebben.

14) Uw bloed [zij]

Dat is, de straf, niet alleen des tijdelijken maar ook des eeuwigen doods, haalt gij uzelven door uw eigen schuld op den hals. Zie van deze manier van spreken Lev. 20:9,12; 2 Sam. 1:16; Matth. 27:25.

Le 20.9,12 2Sa 1.16 Mt 27.25

15) ik ben rein;

Namelijk van uw bloed en verderf, overmits Ik u getrouwelijk voor het verderf heb gewaarschuwd en den weg der zaligheid aangewezen, dien gij niet hebt willen volgen; Ezech. 33:8,9; Hand. 20:26.

Eze 33.8,9 Ac 20.26
Copyright information for DutKant