Ezra 6:11

23) woord zal veranderen,

Dat is, dit mijn bevel overtreden, of enigszins daartegen doen. Alzo in Ezra 6:12; idem Dan. 3:28, en Dan. 6:9,16.

Ezr 6.12 Da 3.28 6.8,15

24) opgehangen;

Chaldeeuws, uitgedelgd.

25) drekhoop

Alzo Dan. 2:5, en Dan. 3:29.

Da 2.5 3.29

Daniel 3:29

67) lastering spreekt

Of, dwaling, of vergrijping spreekt; dat is, een ijdel, lichtvaardig en dwalend woord spreekt, die zich met woorden tegen den God van Sadrach, enz., vergrijpt; hoeveel meer die een smadelijk of lasterlijk woord zouden gesproken hebben?

68) tegen den God

Hij doet den waren God die eer nog niet, die hij zijn beeld of afgod gedaan heeft, bevelende allen volken en nati‰n het aan te bidden. Van den waren God gebiedt hij alleen, dat men geen kwaad van Hem spreken en Hem niet lasteren zou; ook noemt hij den waren God niet zijn God, maar den god van Sadrach, enz. Waaruit af te nemen is dat Nebukadnezar zijne afgoden niet verlaten heeft, maar de schrik en vrees hebben hem deze belijdenis uitgeperst. Dit blijkt ook uit Dan. 4; want toen hij wederom een droom had, heeft hij de Chalde‰n en tovenaars wederom aangezocht om de uitlegging daarvan te hebben.

69) in stukken gehouwen worde,

Zie boven Dan. 2:5.

Da 2.5

69) zijn huis tot een drekhoop gesteld worde;

Zie boven Dan. 2:5.

Da 2.5

70) Die alzo verlossen kan.

Namelijk, zo wonderlijk, zo snel, zo machtig. Anders: die verlossen kan gelijk deze.

Copyright information for DutKant