Galatians 5:19-21
66) des vleses nu Dat is, die het vlees of de verdorvenheid onzer natuur voortbrengt: en waarin des mensen verdorven aard behagen heeft. 67) zijn openbaar; Dat is, zijn genoegzaam bekend, alzo men uit het licht der natuur weet dat ze kwaad, schandelijk en oneerlijk zijn. Of, kunnen niet verholen blijven, hoezeer de mensen die ook zoeken te bedekken. 68) ontuchtigheid, Dat is, geilheid, dartelheid, wulpsheid. 69) venijngeving, Of, toverij. 70) afgunstigheden, Of, jaloezie, wanneer men misgunt dat het zijnen naasten wel gaat, of zijn voordeel zoekt met schade zijns naasten. 71) brasserijen, Zie Rom. 13:13; Rom. 5:18. Ro 13.13 5.18 72) dergelijke; Dit wordt daar bij gedaan, omdat er nog veel meer zijn, en het te lang zou vallen die alle te verhalen. 73) te voren zeg, Dat is, niet alleen als een leraar onderwijs, maar ook als een profeet tevoren zekerlijk verkondig, en waarschuw. 74) te voren gezegd heb, Namelijk 1 Cor. 6:9,10; Ef. 5:5. 1Co 6.9,10 Eph 5.5 75) die zulke dingen doen, Dat is, zulke en dergelijke werken des vleses. 76) het Koninkrijk Gods Namelijk het rijk der heerlijkheid: of de eeuwige zaligheid in den hemel. 77) niet zullen Namelijk hetzij dat zij zich van zulke zonden van harte bekeren. 78) berven. Dat is, verkrijgen en bezitten. Want dit rijk wordt niet verkregen uit verdiensten, maar uit genade, als ene erfenis. Zie Matth. 19:29, en Matth. 25:34; 1 Cor. 6:10. Mt 19.29 25.34 1Co 6.10
Copyright information for
DutKant