Genesis 13:10

15) Jordaan,

Dit is de naam van een rivier, bevochtigende het land Kana„n, en spruitende uit twee fonteinen aan het gebergte Libanon, welke genaamd worden Jor en Dan.

16) hof

Hiermede wordt verstaan de hof Eden, dien God geplant had, of de hof des Heeren, dat is, een uitermate schone hof; gelijk het leger Gods, 1 Kron. 12:22. Gods bergen, Ps. 36:7. De cederen Gods, Ps. 80:11. De worstelingen Gods, onder Gen. 30:8. Dat is, zeer grote. Het woord God /bt hier uitnemendheid.

1Ch 12.22 Ps 36.6 80.10 Ge 30.8

17) als Egypteland,

Zie Ezech. 31, waar een vergelijking gemaakt wordt tussen de vruchtbaarheid van Egypte en Assyri‰.

18) Zoar.

Hebr. Tsohar, een stad gelegen omtrent Sodom en Gomorra, welke dezen naam heeft gekregen toen Lot daarin vluchtte; onder Gen. 19:23; zijnde tevoren genaamd Bela; onder Gen. 14:2.

Ge 19.23 14.2

Psalms 36:6

6) O HEERE

Tegen al het woelen en woeden der goddelozen, mitsgaders zijn hartzeer, dat hij daaruit schepte, troost en verkwikt zich de profeet met betrachting van Gods onbegrijpelijke, ondoorgrondelijke en bestendige goedheid, trouw en gerechtigheid, die Hij bewijst in de regering zo van alles in het algemeen, als van zijn volk in het bijzonder, dat Hij, niettegenstaande der goddelozen vijandschap, overvloediglijk begenadigt en van hunner vijanden rechtvaardigen en eindelijken ondergang verzekert.

Psalms 80:10

24) bereid

Dat is, Gij hebt de Kana„nieten voor hun aangezicht uitgestoten en verdreven; Exod. 23:28; Joz. 24:12. Zie de aantekeningen bij Gen. 24:31, aangaande de betekenis van het Hebr. woord, hetwelk eigenlijk betekent uitzuiveren, reinigen, uitkeren.

Ex 23.28 Jos 24.12 Ge 24.31

25) doen

Dat is, diep en vast in de aarde doen wassen.

26) vervuld

Te weten, met zijne ranken.

Copyright information for DutKant