Genesis 14:23

46) Zo ik

Dit is een afgebroken rede, bij de Hebre‰n zeer gebruikelijk, waardoor zij de straf, die zij verdienen, zo zij vals zweren, plegen te verzwijgen, tonende daarmede dat zij generlei straf uitnemen, maar die overlaten aan het rechtvaardig oordeel van God. Versta dan hier: Wee mij, of God doe mij dit of dat, zo ik, enz. Zie onder Gen. 26:29.

Ge 26.29

Psalms 89:35

61) hetgeen uit

Dat is, hetgeen Ik mijnen knecht David, of iemand van mijne kinderen beloofd. Hebr. den uitgang mijner lippen.

Psalms 95:11

14) Zo zij

Dat is, zij zullen niet ingaan in mijne rust. Zie van deze manier van spreken Num. 14:23, en Ps. 89:36.

Nu 14.23 Ps 89.35

15) in mijne rust

Dat is, in het Kana„n, gelijk Deut. 1:34,35, en Deut. 12:9, hetwelk de apostel verklaart een voorbeeld te zijn van het eeuwige leven; Hebr. 4:3, enz.

De 1.34,35 12.9 Heb 4.3
Copyright information for DutKant