Genesis 15:16
35) het vierde Anders, in het vierde geslacht zullen zij wederkeren, dat is, na het einde van vier honderd jaren; het leven des mensen in dien tijd op omtrent honderd jaren gerekend zijnde. 36) der Amorieten En van andere boze natin, die hieronder genoemd worden, vs. 19,20,21. Alzo onder Gen. 48:22; 1 Kon. 21:2; 2 Kon. 21:11. Ge 15.19,20,21 48.22 1Ki 21.2 2Ki 21.11 37) is tot nog Dewijl God dit land den Amorieten gegeven, en besloten had hen daaruit niet te verdelgen, eer zij zulks ten hoogste zouden verdiend hebben, zo heeft Hij hun dien tijd willen laten vervullen, en intussen de zijnen beproeven en oefenen; Jer. 51:13; Matth. 23:32. Jer 51.13 Mt 23.32Genesis 18:20-21
43) het geroep Zie boven 4, op vs. 10. Ge 18.10 44) afgaan, Zie boven Gen. 11:5. Ge 11.5 45) of zij God weet alles volkomenlijk van zichzelven, maar Hij spreekt hier menselijker wijze, als een, die niet wil straffen zonder onderzoek en volle kennis der zaken. 46) hun geroep, Namelijk, der stad Sodom, of, naar het geroep desgenen, tot dat, enz. 47) hun uiterste Hebr. de voleinding gedaan, of, gemaakt. Dat is, de maat van hun zonden vervuld hebben. Zie boven Gen. 15:16; 1 Sam. 20:7,9. Anders, of zij de uiterste verwoesting met hunne werken verdiend hebben. Ge 15.16 1Sa 20.7,9
Copyright information for
DutKant