Genesis 16:6

13) in uwe hand,

Dat is, in uw geweld, onder uw gebied of macht, gelijk ook, Gen. 24:10, en hoofdstuk Gen. 39:4,6,8; Num. 31:49; Joz. 9:25; 1 Sam. 14:48; 2 Kon. 8:20. Abram wil zeggen: Ofschoon ik haar tot een tweede vrouw genomen heb, zo heb ik haar nochtans aan uw gebied niet onttrokken; daarom, zo zij misdoet, gebruik uw recht, als over ene die onder u staat.

Ge 24.10 39.4,6,8 Nu 31.49 Jos 9.25 1Sa 14.48 2Ki 8.20

1 Samuel 29:6

12) [Het is zo waarachtig

Alhoewel Achis een afgodendienaar was, zo zweert hij hier nochtans bij Jehovah, den waren God. De Filistijnen hadden de macht des waren Gods wel beproefd, toen de ark des verbonds bij hen was, 1 Sam. 5. Het kan ook wel zijn dat Achis door den langen omgang met David enige kennis van den waren God heeft gehad.

13) dat gij oprecht zijt,

Dat is, ik houd u voor een oprechten en getrouwen dienaar.

14) uw uitgang en uw ingang

Dat is, uw handel en wandel, uw regering en beleid van zaken staan mij zeer wel aan. Zie Num. 27:17.

Nu 27.17

15) aangenaam in de ogen der vorsten.

Hebreeuws, goed.

Copyright information for DutKant