Genesis 2:3

4) heeft den zevenden

Dat is, God heeft hem verheven boven de andere dagen, en waardiger gemaakt dan dezen. Verg. het woord zegenen met Gen. 24:31. De waardigheid is in het gebruik, hetwelk door het volgende woord heiligen te kennen gegeven wordt, betekenende iets, dat gemeen is, tot een heilig gebruik afzonderen. Alzo Exod. 13:2; Lev. 8:10; Num. 7:1; 1 Kon. 8:64, enz.

Ge 24.31 Ex 13.2 Le 8.10 Nu 7.1 1Ki 8.64

5) om te volmaken.

Dat is, om tot al zulke gebruiken en einden, als met Gods wijsheid overeenkomen, maar eens iegelijken aard op het sierlijkste en bekwaamste te schikken, zoals zij nu zijn. Anders, scheppende gemaakt had.

Exodus 20:11

18) heiligde denzelven.

Zie Gen. 2:3.

Ge 2.3

Matthew 26:26

26) als zij aten,

Dat is, toen zij na het eten des paaslams nog aan tafel zaten.

27) gezegend hebbende,

Luk. 22:19, en Paulus 1 Cor. 11:24, in plaats van gezegend hebbende, gebruiken het woord gedankt hebbende, gelijk sommige Griekse boeken hier ook hebben. Zodat zegenen en danken of dankzeggen voor eenzelfde zaak genomen worden en betenen het brood, alsook daarna den wijn, van algemeen gebruik afzonderen den door dankzegging tot God heiligen, of tot een heilig gebruik toe‰igenen, gelijk Gen. 2:3, de zevende dag van God gezegend en geheiligd wordt.

Lu 22.19 1Co 11.24 Ge 2.3

28) dat is

Namelijk brood, gelijk de zaak zelve uitwijst en Paulus verklaart 1 Cor. 10:16.

1Co 10.16

29) mijn lichaam.

Dat is, een teken zijns lichaams; naar de manier van spreken in de sacramenten gebruikelijk, gelijk hiervoor een lam een pascha genoemd wordt, Matth. 26:19. Het brood is de gemeenschap des lichaams van Christus, 1 Cor. 10:16, en de drinkbeker het Nieuwe Testament, 1 Cor. 11:25, omdat het tekenen en zegelen zijn van onze gestelijke gemeenschap met Christus, en van het Nieuwe Testament, hetwelk met zijn bloed is bevestigd.

Mt 26.19 1Co 10.16 11.25
Copyright information for DutKant