‏ Genesis 2:9

21) goed

Versta dit van de vruchten der bomen.

22) des levens

Dat is, een teken des levens, betekenende dat de mens het leven van God ontvangen had en behouden zou, zo hij in zijne gehoorzaamheid volhardde, totdat het God believen zou hem in zijn hemelse onsterflijkheid op te nemen.

23) boom der kennis

Alzo genaamd omdat de mens door het eten van dien boom ondervinden zou [of ondervonden heeft] wat goed hij daardoor verliezen en in wat kwaad hij vervallen zou.

‏ 2 Kings 19:12

20) Gozan,

Zie boven, 2 Kon. 17:6, en de aantekening.

2Ki 17.6

21) Haran,

Een stad in Mesopotami‰. Zie Gen. 11:31.

Ge 11.31

22) Rezef,

Hebreeuws, Retsef, gelegen in Mesopotami‰.

23) Eden,

Dit was een landschap, gelegen in Chaldea of Babyloni‰. Zie daarvan Gen. 2:8; Ezech. 27:23.

Ge 2.8 Eze 27.23

24) Telasser waren?

De naam, naar eniger gevoelen, ener sterkte, gelegen in het midden van den Eufraat. Anderen nemen het voor een landschap.

‏ Isaiah 51:3

8) Sion troosten,

Dat is, zijn volk, de Christelijke kerk; of degenen, die uit de Babylonische gevangenschap zullen wedergekomen zijn.

9) troosten al haar

Troosten is hier zoveel te zeggen als opbouwen en terechtbrengen, al hare, te weten Zions, woeste plaatsen. Hebreeuws, hare woestheden. De zin is: De Heere zal in plaats van de ongelovige Joden de heidenen roepen; vergelijk Rom. 11:11; Gal. 4:27.

Ro 11.11 Ga 4.27

10) haar woestijn maken

Dat is, het kleine getal der gelovige Joden.

11) als Eden,

Dat is, als de lusthof te Eden, dien men het Paradijs noemt, zie Gen. 2:8; dat is, de Heere zal in zijne kerk door zijn krachtige beroeping, de uitverkorenen uit de heidenen planten.

Ge 2.8

12) als den hof

Dat is, als het paradijs; of versta hier, door den hof des Heeren, een uitermate schonen hof. Het is hetzelfde, dat straks met andere woorden gezegd is.

13) daarin gevonden

Te weten in de kerk des Heeren.

‏ Ezekiel 28:13

24) waart in Eden,

Woondet en hieldt hof in een uitermate pleizierige plaats, als in een lusthof of paradijs. Zie Gen. 2:8, en Gen. 13:10, en onder Ezech. 31:8,9, en Ezech. 36:35.

Ge 2.8 13.10 Eze 31.8,9 36.35

25) alle kostelijk gesteente

Dat is, allerlei.

26) deksel,

Dat is, uwe klederen waren daarmede alzo versierd, alsof gij met enkel kostelijk gesteente gekleed waart.

27) sardisstenen,

Of, robijnen.

28) diamanten,

Of, arbonkelen.

29) sardonixstenen

Zie Gen. 2:12.

Ge 2.12

30) robijnen,

Of, karbonkelen.

31) het werk uwer trommelen

Van kindsbeen aan hebt gij in alle vrolijkheid en dartelheid geleefd; men heeft u alle pleizier en sier aangedaan, waartoe het trommelende, pijpenwerk diende.

32) geschapen werdt,

Dat is, geboren, en door Gods almacht, goedheid en wijsheid uit moeders lichaam eerst tevoorschijn werd gebracht. Vergelijk Gen. 1:1. Alzo Ezech. 28:15, en boven Ezech. 21:30.

Ge 1.1 Eze 28.15 21.30

‏ Ezekiel 31:16

43) Eden,

Zie boven Ezech. 31:8,9.

Eze 31.8,9

44) drinken,

Gelijk boven Ezech. 31:14.

Eze 31.14

45) troostten zich

Figuurlijk gesproken, alsof men zeide: het viel hun troostelijk, dat zij zulk een groten metgezel in hun lijden hadden. Vergelijk Jes. 14:8,9,10, met de aantekening; idem, boven Ezech. 14:22, en Ezech. 16:54, en onder Ezech. 32:31, enz.

Isa 14.8,9,10 Eze 14.22 16.54 32.31

‏ Ezekiel 31:18

48) gij alzo gelijk

O Farao, gij die meent dat uws gelijke niet zij. Zie boven Ezech. 31:2.

Eze 31.2

49) onbesnedenen zult gij liggen,

Zie boven Ezech. 28:10.

Eze 28.10

50) Dat is Farao,

Alsof God zeide: Zie daar een levendig beeld van dezen trotsen koning Farao; even zo vast en zeker is zijn staat als van den Assyri‰r, er alzo zal hij met al zijn hoogmoed varen.

51) menigte,

Versta dit van rijkdom, of volk; of met al zijn gewoel, rumoer of gedruis. Zie boven Ezech. 29:19.

Eze 29.19

‏ Amos 1:5

16) grendel van Damaskus verbreken,

Dat is, de macht, sterkte en vastigheid van het koninkrijk van Syri‰ en in het bijzonder van de hoofdstad Damaskus. Zie 2 Kon. 16:9, en Jes. 17:1.

2Ki 16.9 Isa 17.1

17) Bikeat-aven,

Dit schijnen twee steden of koninklijke lustplaatsen geweest te zijn in Syri‰, uit vergelijking van Amos 1:8. Bikeat Aven is te zeggen vallei der ijdelheid, Beth-Eden, huis van den wellust, of lusthuis; zie van Eden, Gen. 2:8.

Am 1.8 Ge 2.8

18) scepter houdt,

Dat is, den regent; want zulks was een teken van regering; zie Gen. 49:10; Ezech. 19:11,14.

Ge 49.10 Eze 19.11,14

19) Kir,

Zie 2 Kron. 16:9, en verg. Amos 9:7.

2Ch 16.9 Am 9.7
Copyright information for DutKant