Genesis 20:13

32) deed dwalen,

Hoewel de naam Gods ELOHIM, die in het getal van velen staat, gewoonlijk gevoegd wordt bij een woord, dat in het eenvoudig staat, hetwelk betekent de enigheid des Goddelijken wezens, nochtans wordt het hier gevoegd bij een woord, dat ook in het getal van velen staat, om [zoals sommige geleerden oordelen] te betekenen de drievuldigheid der personen, Hebr. als mij ELOHIM deden dwalen. Zie dergelijke manier van spreken, onder Gen. 35:7; Joz. 24:19; 2 Sam. 7:23; Ps. 58:12; Jer. 10:10.

Ge 35.7 Jos 24.19 2Sa 7.23 Ps 58.11 Jer 10.10

33) aan alle

Hiermede schijnt Abraham te willen zeggen dat hij, uit zijns vaders huis trekkende, vermoedde dat hij geen vreze Gods vinden zou bij enige volken, tot welke hij zou komen; zodat die van Gerar dit zich in het bijzonder niet hadden aan te trekken.

Job 32:22

41) zou mijn

Te weten, indien ik zulks deed.

42) Maker

Dat is, God, die mij gemaakt en geschapen heeft. Zie boven, Job 4:17.

Job 4.17

43) wegnemen.

Dat is, doden en verderven.

Copyright information for DutKant