Genesis 24:31

41) gij gezegende

Een voortreffelijke titel, dien de Israelieten aan Gods voortreffelijke vrienden plachten te geven, beduidende dat God hun welgedaan had, en nog met zijn genade en weldadigheid hun steeds nabij was; zie onder, Gen. 26:29; Ruth 3:10; Ps. 115:15.

Ge 26.29 Ru 3.10 Ps 115.15

42) bereid,

Of, gezuiverd, gereinigd, uitgeruimd, en alles wat in den weg was, weggedaan. Alzo wordt het Hebreeuwse woord genomen Lev. 14:36.

Le 14.36

Exodus 13:2

1) Heilig Mij

Dat is, beveel dat men Mij afzondere; of toe‰igene, tot mijn heiligen dienst. Zie Lev. 8:10.

Le 8.10

2) eerstgeborenen;

Te weten, die mannelijk zijn.

3) wat enige baarmoeder opent

Hebreeuws, opening aller baarmoeder.

4) dat is Mijn.

Te weten, daarom, omdat Ik uw eerstgeborenen verschoonde, toen Ik alle eerstgeborenen in Egypteland gedood heb. Zie onder, Exod. 13:15.

Ex 13.15

Leviticus 8:10

15) tabernakel, en al wat daarin was,

De tent der samenkomst.

16) heiligde ze.

Dat is, heeft dien afgezonderd tot een heilig gebruik. Alzo in Lev. 8:11,12, idem Gen. 2:3; Exod. 28:41, en Exod. 29:1; 2 Kron. 7:7; Jo‰l. 1:14.

Le 8.11,12 Ge 2.3 Ex 28.41 29.1 2Ch 7.7 Joe 1.14

Numbers 7:1

1) ten dage,

Versta, den eersten dag van de eerste maand des tweeden jaars, nadat zij uit Egypte getogen waren. Zie Exod. 40:17,18.

Ex 40.17,18

1 Kings 8:64

103) heiligde

Zie Lev. 8:10.

Le 8.10

104) des voorhofs,

Versta dit van het voorhof der priesters, welks middelste deel hij door den Geest Gods geleid zijnde in dit extraordinaire werk gebruikt heeft om daar offeranden te offeren, en tot dien einde altaren op te richten, omdat het brandofferaltaar de offeranden, vanwege haar menigte, alle niet kon dragen.

105) voor het huis

Dat is, dicht voor aan het voorste deel des tempels, genoemd het heilige.

106) voor het aangezicht

Zie boven, 1 Kon. 8:62.

1Ki 8.62
Copyright information for DutKant