Genesis 27:7
11) voor het Dat is, welke zegening in Gods naam, en als in zijn tegenwoordigheid uitgesproken, en door zijn bestuur bekrachtigd zal worden.Genesis 29:26
29) Men doet Indien dit zo was, zo behoorde Laban dit Jakob tevoren gezegd, en hem zo lelijk niet bedrogen of behandeld te hebben. 30) de kleine Hebr. de kleine, dat is, de jongste.Genesis 36:31
51) koningen, die Gesproten uit Ezaus nakomelingen, die de Horieten verdrukt en van hun vorstendommen een koninkrijk gemaakt hebben. 52) eer een Ezaus geslacht heeft welhaast gebloeid, doch is haast vergaan; maar Jacobs geslacht, later opgekomen zijnde, heeft veel langer geduurd, ja het duurt eeuwiglijk in zijn gebenedijd zaad van onzen Heere Jezus Christus. 53) kinderen Of, zonen, nakomelingen.
Copyright information for
DutKant