Genesis 29:31

35) gehaat

Dat is, dat zij haar man zo lief een aangenaam niet was als Rachel; zie boven, Gen. 29:20. Het woord haten wordt somtijds gebruikt voor minder liefhebben. Zie Deut. 21:15; Matth. 6:24, en Luk. 14:26.

Ge 29.20 De 21.15 Mt 6.24 Lu 14.26

36) opende

Dat is, Hij maakte haar vruchtbaar. Zie boven, Gen. 20:18.

Ge 20.18
Copyright information for DutKant