Genesis 34:12

19) Vergroot

Dat is, legt mij dien zo groot op als gij wilt.

20) den bruidsschat

De bruidssschat, dien de man de vrouw gaf, bleef haar eigendom ook na den dood des mans; het geschenk, dat de bruidegom aan de bruid gaf ten tijde van de ondertrouw, was tot een bevestiging zijner gegeven belofte; wat men nu een trouwpenning noemt. Zie van den bruidsschat, Exod. 22:16,17, en van het geschenk, boven, Gen. 24:53.

Ex 22.16,17 Ge 24.53

Exodus 22:16-17

28) die niet ondertrouwd is,

Een ondertrouwde maagd te beslapen was de dood; Deut. 22:23.

De 22.23
29) ganselijk weigert haar aan hem te geven,

Hebreeuws, weigerende weigert.

30) geven

Hebreeuws, wegen; eertijds woog men elkander het geld toe.

31) naar den bruidschat der maagden.

Dit was vijftig sikkelen zilvers, Deut. 22:29. Dit zijn omtrent twaalf rijksdaalders en een half.

De 22.29

Deuteronomy 22:29

40) zilverlingen geven,

Zie boven, Deut. 22:19.

De 22.19
Copyright information for DutKant