Genesis 37:21
28) Ruben hoorde Of, toen Ruben dat gehoord had, en zo vervolgens. Het schijnt dat Ruben, bemerkende dat zijn broeders Jozef wilden doden, deze manier in het voorafgaande vs. voorgeslagen, liever heeft willen toestaan, omdat hij voornemens was hem naderhand uit den kuil te verlossen, zoals in het volgende vs. verhaald is. 29) en verloste Dat is, hij zocht hem te verlossen. 30) leven slaan. Hebr. ziel; dat is leven. Hij wil zeggen, laat ons hem het leven met onze eigen handen niet benemen. Het woord ziel wordt aldus elders ook gebruikt. Zie boven, Gen. 19:17. Ge 19.17 Deuteronomy 22:26
35) niets doen; Hebreeuws, geen ding, geen woord. 36) geen zonde des doods; Dat is, geen schuld, die doodwaardig is. Vergelijk boven, Deut. 21:22. De 21.22 37) sloeg hem dood Hebreeuws, sloeg hem de ziel dood; dat is, sloeg hem [gelijk de Heilige Schrift dikwijls spreekt] aan het leven; dat is, sloeg hem alzo, dat hij hem het leven benam. 38) alzo is deze zaak. Dat is, met deze zaak is het ook alzo gelegen. Gelijk de man onschuldig is, die met geweld vermoord wordt, alzo ook de jonge dochter, die met geweld verkracht wordt. Joshua 2:13
14) onze zielen van den dood redden zult. Dat is, onze personen. 1 Kings 19:3
5) levens wil, Hebreeuws, ziel. Anders, naar zijn ziel dat is, naar zijn goeddunken. 6) Ber-seba, Zie van deze stad, Gen. 21:31. Ge 21.31 7) dat in Juda is, Hebreeuws, die des Juda is; dat is, die onder den stam van Juda gelegen is, eigenlijk tot Simeon behorende. 2 Kings 7:7
15) schemering Te weten, recht, eer de melaatsen aan het leger gekomen waren. Zie boven, 2 Kon. 7:5. 2Ki 7.5 16) als het was; Te weten, toen zij nog daarin waren voor hun vlucht, die hun zo onvoorziens en met zulke verschrikking overkomen is, dat zij, nergens naar omziende, alles gelaten hebben zo het was, om slechts hun leven daarvan te brengen. Vergelijk 2 Kon. 7:5 met onder, 2 Kon. 7:10. 2Ki 7.5,10 17) levens wil. Hebreeuws, ziel. Zie Gen. 19:17. Ge 19.17 Matthew 2:20
20) de ziel Dat is, leven. Zie Exod. 4:19, dat is, die naar zijn leven stonden om dat te benemen. Anderszins wordt deze wijze van spreken ook in het goede genomen, Spreuk. 29:10. Ex 4.19 Pr 29.10
Copyright information for
DutKant