Genesis 6:19
46) van al wat leeft, Dat is, van allerlei, levende, aardse dieren.Genesis 45:7
14) voor ulieder Verg. boven, hfdst. 32, de aantekeningen vs. 3, Gen. 32:3. Ge 45.3 32.3 15) om u een Dat is, opdat in dezen algemenen nood gijlieden moogt onderhouden worden en de nakomelingen van u mogen overblijven. Anders, opdat er zou overblijven waarvan gij zoudt kunnen leven. 16) door een Anders, tot een grote verlossing, of ontkoming; zij wordt groot genoemd, ten aanzien van het wonderbare werk der goddelijke voorzienigheid, hierin klaarlijk blijkende; en van de grote weldaad hierdoor aan de Israelieten bewezen, die in zeer groten getale overblijven zouden.
Copyright information for
DutKant