Genesis 9:4

6) met zijne ziel,

God verbiedt bloedig vlees te eten, om de mensen van alle wreedheid en genegenheid tot doden en moorden af te schrikken, verg. Lev. 3:17, 17:1; Deut. 12:23.

Le 3.17 17.1 De 12.23

Leviticus 7:26

Leviticus 17:10

11) mijn aangezicht zetten,

Hebreeuws, Ik zal mijn aangezicht geven tegen die ziel; dat is, Ik zal op dien mens vergramd zijn, zodat Ik hem tegenstaan en tot vijand wezen zal, en mijn werk daarvan maken, om rechtvaardige straf en wraak jegens hem uit te voeren. Alzo onder, Lev. 20:3, en Lev. 26:17; Ezech. 14:8, enz.

Le 20.3 26.17 Eze 14.8

Leviticus 19:26

40) vogelgeschrei acht geven,

Het Hebreeuwse woordje betekent niet alleen uit de vogels, maar ook uit andere dingen iets opmerken en waarnemen, om door ijdele kunst iets, dat verborgen is, te openbaren of te voorzeggen. Alzo is dit woord ook gebruikt 2 Kon. 21:6; 2 Kron. 33:6.

2Ki 21.6 2Ch 33.6

41) guichelarij plegen.

Het Hebreeuwse woord betekent met verbinding der ogen toveren, waardoor men meent te zien wat niet is; gelijk het door enigen genomen wordt Deut. 18:10; 2 Kon. 21:6; 2 Kron. 33:6; Jes. 2:6, en Jes. 57:3; Jer. 27:9. Anderen verstaan het van de dagverkiezing of waarzeggerij, uit het aanschouwen van de wolken en de gestaltenis des hemels, hetgeen sterrenkijkerij genoemd wordt.

De 18.10 2Ki 21.6 2Ch 33.6 Isa 2.6 57.3 Jer 27.9

Deuteronomy 12:16

Copyright information for DutKant