Hosea 1:10
26) kinderen Israls zijn als het zand der zee, Wien Ik in toekomenden tijden zal genadig zijn. Hier spreekt God van het genade werk, dat Hij voorhad aan zijn volk te bewijzen bij den tijd van het Nieuwe Testament, te weten aan Joden en heidenen, het Isral Gods; zie Rom. 9:24,26; Gal. 3:28,29, en Gal. 6:16; want nu het vleselijk Isral, zowel als de heidenen, Gods volk niet meer waren, zo moesten zij beiden door loutere en vrije genade aangenomen worden, welke God hier hun beiden toezegt. Ro 9.24,26 Ga 3.28,29 6.161 Peter 2:10
30) Gij, die eertijds Deze plaats is genomen uit Hos. 2:22, die de apostel hier van de verstrooide Joden, die tot Christus bekeerd waren, en Paulus, Rom. 9:25, ook van de bekeerde heidenen verklaart, die nu beiden een volk van God in Christus zijn; Ef. 2:13, enz. Ho 2.23 Ro 9.25 Eph 2.13
Copyright information for
DutKant