Isaiah 10:22

99) Want

Alsof hij zeide: Ofschoon het volk van Isra‰l veel is, zo zullen zij niet allen bekeerd noch zalig worden; maar alleen enigen, die God in Christus heeft uitverkoren. Zie Rom. 9:27. Evenals het toegegaan is ten tijde als de Assyri‰rs de Isra‰lieten hebben overvallen en geslagen; verre het grootste deel is gevangen en omgekomen.

Ro 9.27

100) gelijk het zand

Te weten in groten getale.

101) daarvan

Of, deszelven.

102) de

Of de juiste verdelging, en alzo Jes. 10:23. Dat is, het verderf in den heimelijken raad Gods bestemd, in welken Hij besloten heeft hoevelen van de Isra‰lieten er zouden verdelgd worden, en welke.

Isa 10.23

103) verdelging

Te weten der ongehoorzame Joden, zo uiterlijke en lichamelijke, alsook inwendige en geestelijke. Gelijk af te nemen is uit den zin der woorden van den apostel Paulus; Rom. 9:27,28; waar de apostel deze woorden bijbrengt.

Ro 9.27,28

Romans 9:27-29

69) En Jesaja roept over Israel:

In deze drie verzen bewijst hij voorzegd te zijn, dat God in Zijn krachtige roeping het merendeel der Joden zou voorbijgaan, en alleen het overblijfsel daarvan nevens de uitverkorenen uit de heidenen behouden.

70) het overblijfsel

Dat is, een kleine hoop, dien Hij heeft laten overblijven uit de grote menigte, die verloren gaat, gelijk Rom. 11:5.

Ro 11.5

71) behouden worden.

Het Hebreeuwse woord bij den profeet, Jes. 10:22, betekent eigenlijk zal in, of tot Hem wederkeren, namelijk tot God, gelijk in Rom. 10:21, uitgedrukt wordt. Doch de zin is even dezelfde, hoewel sommigen menen dat bij Jesaja gezien wordt op het wederkeren van weinigen uit de gevangenis van Babyloni‰, die een voorbeeld is geweest van het uitgaan der uitverkorenen uit het Babel der zonde en der wereld.

Isa 10.22 Ro 10.21
72) een zaak

Grieks, een woord, of rede. Sommigen nemen dit voor een dreigement tegen de goddeloze Joden, die God zou afsnijden en verwerpen, de Zijnen nochtans er onder altijd behoudende. Anderen nemen het voor het besluit, of de standvastigheid van het besluit Gods, in het behouden van de Zijnen, niettegenstaande de wederspannigheid van de meeste menigte der anderen, hetwelk met Rom. 9:29 wel zo bekwamelijk schijnt overeen te komen.

Ro 9.29
73) geen zaad

Dat is, een kleine hoop, gelijk een weinig overschietend zaad is tegen een geheel gewas, welke overblijfsel God daarna gebruikt heeft als een zaad, om daaruit Zijne kerk uit Joden en heidenen wederom te doen opwassen.

74) overgelaten,

Dat is, zichzelven krachtiglijk over bewaard had, midden onder al de goddelozen en huichelaars. Zie Rom. 11:4,5.

Ro 11.4,5
Copyright information for DutKant