Isaiah 11:12

50) Hij zal

Te weten de Heere.

51) een banier

Gelijk boven Jes. 11:10.

Isa 11.10

52) en Hij zal

Anders: opdat Hij verzamele, enz.

53) vergaderen,

Te weten in Christus, die zijne kerk uit de vier hoeken der wereld vergadert. Alzo dat in Hem geestelijkerwijze vervuld is hetgeen God beloofd heeft; Deut. 30:4.

De 30.4

54) eilanden

Of, hoeken, gewesten. Zie Job 37:3.

Job 37.3

Isaiah 24:16

36) het uiterste

Hebreeuws, van den vleugel der aarde.

37) Rechtvaardigen.

Te weten Gods; zie de voorgaande verzen. Anders: dat den gerechtige ene heerlijkheid [gegeven zij], te weten al dengenen, die God uit genade rechtvaardig maakt, en versta dan door de heerlijkheid de heerlijkheid der kinderen Gods; Rom. 8:30.

Ro 8.30

38) Doch

Hier begint de profeet wederom te spreken van de verstoring van het Joodse land, alsof hij zeide: Maar als ik aanzie de ongeregeldheid der mensen, en wel wetende dat God dezelve niet altijd zal ongestraft laten, zo spreek ik al klagende, gelijk volgt.

39) Ik word mager,

Dat is, ik neem mij dit zo ter harte, dat ik verdwijn van treurigheid, aanziende de trouweloosheid van den grootsten hoop mijner landslieden, waarmede zij den toorn Gods over zich verwekken. Anders: ik teer uit, ik teer uit.

Isaiah 30:2-3

7) Die gaan,

Hoe de koningen van Juda hunne gezanten naar Egypte gezonden hebben om een verbond met den koning aldaar te maken, zie Jer. 2:18, en Jer. 37:7; Ezech. 17:15.

Jer 2.18 37.7 Eze 17.15

8) vragen

Te weten, noch door de profeten, noch door den hogepriester.

9) onder de schaduw

Dat is, onder de bescherming. In plaats van deze manier van spreken, staat er Ruth 2:12, onder de vleugelen.

Ru 2.12
Copyright information for DutKant