Isaiah 12:6

16) gij inwoners

Dat is, gij volk Gods, tehuis behorende in zijne kerk, die hier Zion genoemd wordt.

17) want

Hier wordt aangewezen de oorzaak of stoffen der lofzangen van de godzaligen.

18) de Heilige

Dat is, de ware God, die heiliglijk ge‰erd en gediend wordt van zijn volk Isra‰l. Zie Ps. 71:22.

Ps 71.22

19) is groot

Dat is, Hij heeft zijne macht betoond en doen blijken door zijn heerlijke daden, die Hij onder ulieden gedaan heeft.

Isaiah 54:5

19) uw Maker

Hebreeuws, uw maker is uw man. Vergelijk deze manier van spreken met Gen. 20:13.

Ge 20.13

20) des gansen aardbodems

Niet alleen van de Joden, maar ook van alle andere nati‰n, ja, van de ganse wereld, 1 Joh. 2:2, dewijl zijne kerk door de ganse wereld zou uitgebreid worden.

1Jo 2.2

21) genaamd worden.

Versta hierbij: en ook inderdaad zijn.

Ezekiel 16:53

153) gevangenen wederbrengen zal,

Hebreeuws, gevangenis, alzo in het volgende. Zie Num. 31:12.

Nu 31.12

154) gevangenen van Samaria

Het woord gevangenis wordt genomen voor allerlei plagen en straffen, die den mens overkomen. Zie Job 42:10 en de aantekening.

Job 42.10

155) dan [zal Ik wederbrengen]

Dat is, nimmermeer. Want Sodom en Samaria waren gans uitgeroeid zonder enige hoop van in haar vorigen staat hersteld te worden; alzo in Ezech. 16:55. Versta dit met uitneming van degenen, die God uit genade verkoren had, tot een heilig zaad en een overblijfsel zijner kerk, van welke zie onder Ezech. 16:60.

Eze 16.55,60
Copyright information for DutKant