Isaiah 28:16
53) een grondsteen Hebreeuws, Ik ben het [die] een steen in Zion grond. Christus is de rechte grondsteen van Zion, dat is van zijne kerk, die ons tegen den dood, de hel en alle onheil verzekert; Hij zou met recht de troost en toeverlaat der Joden behoren te zijn, niet hunne leugens en huichelarij. 54) een beproefden En dienvolgens dierbaren en kostelijken, zie 1 Petr. 2:6; [ene gelijkenis, genomen van kostelijke stenen, die men door beproeving bevindt kostelijk te zijn] en bekwaam en genoegzaam om het gebouw der ganse kerk te dragen. Anders: een beproefsteen. 1Pe 2.6 55) die wel vast Hebreeuws, die gegrond gegrond is; dat is, die wel terdege gegrondvest of gefondeerd is. 56) wie gelooft, Te weten in Christus, gelijk het de apostel verklaart 1 Petr. 2:6. 1Pe 2.6 57) die zal niet haasten. Anders: Die verhaast zich niet. Versta hierbij: En derhalve komt hij niet te schande, Rom. 5:4,5; maar hij krijgt eindelijk die zalige uitkomst, die hij met geduld verwacht heeft; gerust en wel tevreden zijnde, geen anderen troost noch toevlucht zoekende dat Christus Jezus. De apostel Paulus, Rom. 9:33, en de apostel Petrus, 1 Petr. 2:6, stellen voor deze woorden, die zal niet haasten, deze, die zal niet beschaamd worden, ziende op den zin der woorden. Ro 5.4,5 9.33 1Pe 2.6
Copyright information for
DutKant