Isaiah 29:10

42) ulieden

O gij goddeloze Joden.

43) uitgegoten

Hebreeuws, gemengd.

44) een geest

Alzo, dat gij het niet gevoelt noch acht, ofschoon men u lang en veel dreigt en preekt.

45) uw ogen

Te weten de ogen uws verstands.

46) de profeten,

Namelijk de valse profeten.

47) uw hoofden,

Dat is, uwe regenten.

48) de zieners

Zie 1 Sam. 9:9.

1Sa 9.9

49) verblind.

Hebreeuws, bedekt; te weten met duisternis, dat is met blindheid des gemoeds. Vergelijk boven Jes. 25:7.

Isa 25.7

Daniel 5:25

75) MENE, MENE, TEKEL, UPHARSiN.

Dat is, Hij heeft geteld, Hij heeft geteld; Hij heeft opgewogen, en zij verdelen het. Anders: hij is geteld, hij is geteld; hij is opgewogen, en zij verdelen te weten hem; dat is hij wordt verdeeld, of hij is verdeeld. Anders: telt, telt, weegt op, en zij verdelen. Het woord Mene staat er tweemaal, tot meerdere vastigheid en verzekering van de dreigementen Gods.

2 Corinthians 3:14

30) verhard geworden;

Namelijk door een rechtvaardig oordeel Gods in dit hun gevoelen van de wet van Mozes.

31) hetzelfde deksel

Dat is, hetzelfde verkeerde verstand, dat hun de wet gegeven was om door haar gerechtvaardigd en geheiligd te worden. Zie Rom. 10:3.

Ro 10.3

32) hetwelk door Christus

Namelijk deksel teniet gedaan wordt door de kennis en den Geest van Christus, wanneer zij tot Christus bekeerd zullen zijn, gelijk 2 Cor. 3:16 verklaard wordt. Want alsdan worden zij, gelijk ook wij, tot het recht verstand der wet gebracht, en in hunne harten overtuigd, dat de wet tot dien einde niet is gegeven, maar dat zij de rechtvaardigheid buiten haar in Christus door het geloof moeten zoeken. Zie Rom. 10:4; Gal. 3:21, enz.

2Co 3.16 Ro 10.4 Ga 3.21
Copyright information for DutKant