Isaiah 31:1

1) dengenen,

Dit deden die van Jeruzalem.

2) om hulp

Te weten, tegen Sanherib, den koning van Assyri‰; vergelijk 2 Kon. 18:21,24.

2Ki 18.21,24

3) op paarden,

Versta, de sterke paarden van Egypte gelijk blijkt Jes. 31:3.

Isa 31.3

4) zien niet

Zie boven Jes. 29:19.

Isa 29.19

5) zoeken

Te weten met het gebed, of raadvragen Hem niet.

Jeremiah 17:11

43) broedt ze niet uit,

Hebreeuws, baart niet; omdat het veldhoen gevangen wordt, of omdat het mannetje de eieren, die het wijfje verbergt, vindende, dezelve breekt, vertreedt, of door hittigheid in stukken wrijft, gelijk de natuurbeschrijvers betuigen, zulks dat vele van de eieren dikwijls verloren gaan. Anders: gelijk een veldhoen [eieren] vergadert, die het niet gelegd heeft, enz. Versta, vreemde eieren van andere vogels; waarom de voortkomende jongen deze vreemde moeders zouden verlaten.

44) vergadert,

Hebreeuws, maakt.

45) niet met recht;

Dat is, met onrecht.

46) helft zijner dagen

Vergelijk Ps. 55:24.

Ps 55.23

47) dien moeten verlaten,

Rijkdom.

48) laatste

Dat is, einde, op het laatst, ten laatste.

49) zijn.

Dat is, daarvoor bekend en gehouden worden, gelijk Joh. 15:8; 2 Tim. 2:21, enz.

Joh 15.8 2Ti 2.21
Copyright information for DutKant