Isaiah 41:8
24) gij, Isral, Dat is, gij mij volk Isral. 25) gij Jakob, Dat is, gij nakomelingen van Jakob. 26) het zaad van Abraham, Dat is, gij kinderen van Abraham. 27) Mijn liefhebber! Dat is, die mij liefgehad heeft; 2 Kron. 20:7. Of, van mijn vriend; dat is, dien Ik liefgehad heb; zie Jak. 2:23. 2Ch 20.7 Jas 2.23Isaiah 42:19
54) Mijn knecht, Dat is, het volk van Isral, dat ik mijnen wil heb geopenbaard en beroepen heb, opdat het mij daarna zou dienen, gelijk boven Jes. 41:8, en straks wederom in Jes. 42:19. Isa 41.8 42.19 55) Mijn bode, De priesters en Levieten, door wie God het volk zijnen wil te kennen gaf. 56) [dien] Ik zende? Te weten om mijn volk te leren. 57) de volmaakte, Of, volkomen, dat is, het volk van Isral, hetwelk Ik vele grote, zo geestelijke als lichamelijke weldaden bewezen heb, alzo dat het niets ontbrak; waaruit het behoorde te zien en bekennen hoe getrouw Ik het met hen voorhad.
Copyright information for
DutKant