Isaiah 51:18

71) van al de kinderen,

Dat is, van al de Joden, die te Jeruzalem geboren en opgetogen zijn. Hier verhaalt de Heere den ellendigen stand zijner kerk, eer Hij dezelve met zijne genade en hulp verschenen en Christus in de wereld gezonden had; alsook den stand derzelve onder de heerschappij van den Antichrist en de wrede vervolging der tirannen. Vergelijk Matth. 9:36, enz.; 2 Thess. 2:11; Openb. 12:3.

Mt 9.36 2Th 2.11 Re 12.3

72) zij gebaard heeft,

Te weten de stad Jeruzalem, dat is de gemeente of kerk, of gevangen Joden.

73) die haar zachtjes

Te weten met recht troostelijke leer. Hier klaagt de Heere over de valse leraars, die de overhand genomen hadden, zo ten tijde van den bedroefden stand der kerk, alsook ten tijde als Christus in het vlees verschenen is, alsook daarna ten tijde van den Antichrist.

74) die haar bij de hand grijpt.

Dat is, die haar hulp en troost bewijst in het geestelijke. Of, die zich onderwindt haar uit de Babylonische gevangenschap te verlossen.

Isaiah 51:20

78) Uw kinderen

O Jeruzalem; dat is, uwe inwoners, of uwe burgers.

79) zijn in bezwijming

Dewijl zij van hunne vijanden zijn terneder geslagen.

80) vooraan

Hebreeuws, aan het hoofd aller straten; dat is aan den ingang aller straten.

81) een wilde os

Of, buffel.

82) in het net;

Hebreeuws, van het net, of des striks; dat is, die in het net verstrikt is, en die derhalve zichzelven niet helpen noch redden kan.

83) van de grimmigheid

Der straf, die van de grimmigheid des Heeren komt. Dit is de oorzaak van hunne benauwdheid.

84) de schelding

Dat is, der straf, gelijk boven Jes. 50:2.

Isa 50.2
Copyright information for DutKant