Isaiah 51:2

5) Aanschouwt Abraham,

Dit is ene verklaring der naastvoorgaande woorden.

6) Ik riep hem,

De zin is: Gelijk Ik Abraham en Sara, onaangezien zij beiden stokoud waren, tot een groot volk gemaakt heb; alzo zal Ik ook mijne kerk wonderbaarlijk vermeerderen, onaangezien gij Joden nu een veracht en hard gedrukt volk zijt.

7) toen hij [nog]

Of, toen hij [nog] enig was. Hebreeuws, toen hij een was; toen hij nog gene kinderen, ja, geen hoop van kinderen te krijgen had; zie Rom. 4:19.

Ro 4.19

John 8:33

51) nooit iemand gediend;

Hetgeen Christus gesproken had van geestelijke vrijheid en dienstbaarheid verstaan zij van uiterlijke of lichamelijke; van welke zij nochtans niet veel konden roemen, alzo hunne voorouders in Egypte gediend hadden, Gen. 15:13, en Exod. 20:2; en zij zelf alsnog den Romeinen onderworpen waren.

Ge 15.13 Ex 20.2
Copyright information for DutKant