Isaiah 54:1-3

1) vrolijk,

Hier spreekt de profeet de gemeente der gelovige Joden aan, die leven zouden ten tijde als het Evangelie beginnen gepredikt te worden, gelijk af te nemen is uit Gal. 4:27; waar deze woorden aangehaald worden.

Ga 4.27

2) gij onvruchtbare,

Aldus noemt hij de kerk, die in de wereld was toen Christus in het vlees verschenen is, ten aanzien van het geringe aantal der gelovigen.

3) niet gebaard hebt!

Dat is, zeer zelden of weinig kinderen gebaard hebt, te weten kinderen Gods, uit het zaad van Gods Woord. Vergelijk Joh. 1:12,13; 1 Petr. 1:23. Het getal der gelovige heidenen is veel groter dan het getal der gelovige Joden. Zie Joh. 1:11; Rom. 9:27, enz.

Joh 1.12,13 1Pe 1.23 Joh 1.11 Ro 9.27

4) der eenzame

Of, der verwoeste; dat is, der Joodse kerk, die ten tijde des Heeren Christus klein was in getal, ten aanzien van de grote menigte der Joden, die verworpen waren.

5) dan de kinderen der getrouwde,

Dat is, dan de oude gemeente der Joden, die God eerst beroepen en zich als ten huwelijk genomen heeft.

6) Maak de plaats

Te weten opdat de bekeerden uit de heidenen plaats bij u vinden. Dit is gesproken naar de wijze der ouden in het land Kana„n, die in tenten woonden, te kennen gevende dat de kerk van het Nieuwe Testament zeer vermeerderen en zich wijd uitbreiden zou, zich aan alle zijden vermenigvuldigende. Zie Jes. 49:19,20.

Isa 49.19,20

7) woningen

Of, tabernakelen.

8) verhinder het niet;

Of, houdt ze niet terug, of houdt ze niet in.

9) koorden lang,

Of touwen, of zelen, met welke de tenten gespannen worden.

10) steek uw

Hebreeuws, versterk uwe pinnen.

11) pinnen

Of, nagelen, aan welke de touwen vastgemaakt worden.

12) uitbreken

Te weten met veelheid van kinderen. De zin is: Daar zullen ook onder de heidenen en aan die plaatsen, waar tevoren geen kerken geweest zijn, veel gelovige en ware ledematen der Christelijke kerk gevonden worden.

13) uw zaad

Dat is, uwe nakomelingen, te weten uw geestelijke kinderen.

14) de heidenen

Dat is, het land der heidenen; dat is, de heidenen zullen ook door het Evangelie, hetwelk van Zion uitgaan zal, kinderen Gods worden en u toegevoegd worden.

15) zij zullen

Te weten uwe nakomelingen.

16) de verwoeste steden

Dat is, die steden, in welke tevoren gene kinderen Gods woonden.

Isaiah 60:4

13) Hef uw ogen

Dit spreekt de profeet, als zich verwonderende over het groot getal der mensen, die uit alle kanten der wereld tot Christus zouden komen; Jes. 49:18,22,23.

Isa 49.18,22,23

14) die allen

Te weten heidenen en koningen.

15) tot u;

Of, uwenthalve.

16) uw zonen

Dat is, de gelovigen onder de heidenen, die tot de kerk Gods behoren.

17) gevoedsterd

Of, opgevoed, of opgetogen worden; gelijk Jes. 49:22; zie Num. 11:12.

Isa 49.22 Nu 11.12

Isaiah 60:11

54) En uw poorten

Dit is te verstaan van de gelegenheid der kerk in deze wereld, betekenende dat de ingang in de Christelijke kerk voor de godzaligen zou openstaan; Jes. 26:2. De apostel Johannes past dit op het hemelse Jeruzalem, of de triomferende kerk; Openb. 21:25.

Isa 26.2 Re 21.25
Copyright information for DutKant