Isaiah 58:9

35) zal antwoorden;

Dat is, Hij zal u verhoren.

36) het juk,

Zie boven Jes. 58:6.

Isa 58.6

37) het uitsteken

Dat is, het dreigen, als gij iemand met den vinger dreigt, of als gij met het opsteken van den vinger of het opheffen van de vuist te kennen geeft het voornemen, dat gij hebt om uw geweld in het werk te stellen.

38) het spreken

Te weten als gij uwen naaste scheldt of smaadt.

39) der ongerechtigheid;

Of, ondeugd, ijdelheid.

Copyright information for DutKant