Jeremiah 1:5
11) [moeders] buik formeerde, Van de invoeging van dit woord, zie Richt. 13:5, en Job 3:10. Jud 13.5 Job 3.10 12) gekend, Zie Exod. 33:12. Ex 33.12 13) eer gij uit de baarmoeder voortkwaamt, Verg. Gal. 1:15. Ga 1.15 14) geheiligd; Dat is, tot dit heilig ambt afgezonderd en verordineerd; verg Rom. 1:1; Gal. 1:15, en Exod. 29:44. Ro 1.1 Ga 1.15 Ex 29.44 15) gesteld. Hebr. eigenlijk, gegeven.
Copyright information for
DutKant