Jeremiah 12:14
43) Mijn boze Die rondom mijn volk en land wonen, als Syrirs, Ammonieten, Moabieten, Filistijnen, enz. die Isral bij deze gelegenheid dat Ik hen tuchtig, mede mochten op het lijf vallen. 44) erfenis Kanan. Zie boven Jer. 2:7. Jer 2.7 45) aanroeren, Zie Gen. 26:11. Ge 26.11 46) uitrukken, maar Door de vijanden, zie onder Jer. 47, Jer. 48, Jer. 49. 47) uitrukken. Dat is, verlossen, uitredden, zodat deze boze naburen hun moed aan Juda niet zullen koelen. Zie gelijk gebruik van enerlei woord boven Jer. 1:17. Jer 1.17
Copyright information for
DutKant