Job 12:10
22) hand Dat is, macht en gebied; zie Gen. 16:6. Ge 16.6 23) ziel Dit woord betekent hier het leven, of de gevoelende ziel, die in alle dieren is. 24) de geest Dit woord ziet op den mens, die een redelijke en onsterflijke ziel heeft, die een geest genaamd wordt; zie Num. 16:22, en de aantekening. Nu 16.22 25) vlees Versta, het menselijke lichaam, waarin de redelijke ziel des mensen woont. Alzo Gen. 17:13; Lev. 19:28; Ezech. 11:19. Ge 17.13 Le 19.28 Eze 11.19 26) des mensen. Hebreeuws, mans; welk woord dikwijls niet alleen het mannelijk, maar ook het vrouwelijk geslacht, dat is alle mensen, betekent. Alzo Exod. 19:13, en Exod. 21:16, hier onder, Job 15:16, en Job 34:11, enz. Ex 19.13 21.16 Job 15.16 34.11Jeremiah 44:27
46) waken ten kwade Of, wakker zijn; zie boven Jer. 1:11,12. Jer 1.11,12 47) mannen van Juda, Hebreeuws, alle man; zie boven Jer. 4:3. Jer 4.3
Copyright information for
DutKant