Job 12:17

36) de raadsheren

Versta, elkeen der goddeloze raadsheren; dat is, wie of hoe groot hij zou mogen zijn. Een gelijke manier van spreken is boven, Job 12:7, en onder, Job 12:19.

Job 12.7,19

37) beroofd weg,

Te weten, van verstand, wijsheid en oordeel.

38) de rechters

Zie hiervan exempelen 2 Sam. 17:14,23; Jes. 19:12; 1 Cor. 1:19.

2Sa 17.14,23 Isa 19.12 1Co 1.19

Isaiah 20:2

5) door den dienst van Jesaja,

Hebreeuws, door de hand van Jesaja; zie Lev. 8:36.

Le 8.36

6) Ga heen,

Te weten om te prediken of te profeteren.

7) ontbind

Hebreeuws, open den zak; men moet een zak, dien men aanheeft, of een kleed, als men het uittrekken zal, eerst openen of ontbinden.

8) den zak

Dat is, uw treurkleed, hetwelk, zo het schijnt, de profeet had aangetrokken tot een teken van de ellende, die den Joden en andere nati‰n nakende was; sommigen menen dat het een profetisch kleed is geweest, hetwelk hij gewoonlijk droeg.

9) naakt

Dat is, bloot, te weten zonder zak, treurkleed, en zonder schoen. Want geheel naakt te gaan zou oneerbaar en schandelijk zijn. De zin is dat de profeet bloot ging, als een arme slaaf, die gevankelijk weggevoerd wordt, en tot een teken dat den Moren en Egyptenaars zulks was aanstaande, gelijk Jes. 20:4 breder wordt uitgedrukt. Anderen nemen hier het woord naakt voor bloot van zijn profetisch kleed. Zie 1 Sam. 19:24 en de aantekening aldaar.

Isa 20.4 1Sa 19.24

10) barrevoets.

Of, ontschoeid, zonder kousen of schoenen, zie 2 Sam. 15:30, en Jer. 2:25.

2Sa 15.30 Jer 2.25
Copyright information for DutKant