Job 13:27

49) Gij legt

Dat is, gelijk men de misdadigers gevangen legt, alzo ben ik door al mijn plagen zo besloten, omsingeld en vastgemaakt, dat ik niet weg kan en uit mijn verdriet geen uitkomst zie. Vergelijk onder, Job 36:8 en de aantekening.

Job 36.8

50) neemt

Dat is, ik ben niet alleen rondom besloten, maar Gij hebt mij nog met wachten bezet, opdat ik geenszins ontkomen zou; vergelijk boven, Job 7:12.

Job 7.12

51) Gij drukt

Dat is, Gij hebt mij niet alleen met wachten bezet van verre, maar Gij komt mij zo nabij, dat uw voetstappen, dat is de getuigenissen uwer strenge oordeeln, recht nevens mijn voeten uitgedrukt staan; dat is, zo nabij als zij immers kunnen.

52) wortelen

Dat is, het onderste van mijn voeten. Hij wil zeggen dat God hem niet nader kon benauwen dan Hij deed, hem als bij de voeten vast hebbende, dat hij uit zijn lijden niet ‚‚n stap ontgaan kon.

Copyright information for DutKant