Job 14:16-17

38) Maar nu

Alsof hij zeide: Ik wenste vergeefs voor een tijd in het graf te rusten, overmits Gij voorgenomen hebt mij om mijn zonden, die Gij zeer nauw waarneemt, zeer zwaarlijk in dit leven te straffen. Vergelijk onder, Job 33:11.

Job 33.11

39) telt Gij

De treden, of de gangen des mensen te tellen, heet niet alleen die te aanschouwen, maar ook waar te nemen en acht daarop te geven, om die, •f te bezorgen en te zegenen, Ps. 56:9, •f te straffen, gelijk hier. Zie onder, Job 31:4.

Ps 56.8 Job 31.4

40) treden;

Dat is, al het voornemen, doen en laten mijns levens, hoe klein het ook zij. Alzo onder, Job 31:4, en Job 34:21; Spreuk. 16:9; Jer. 10:23.

Job 31.4 34.21 Pr 16.9 Jer 10.23

41) Gij bewaart

Dat is, Gij draagt geen zorg voor mijn welstand, maar zoekt mij te verdrukkenen te verdoen, tot zulk een einde al mijn zonden U voorstellende. Anders, houdt Gij niet wacht over mijn zonde? Dat is, hebt Gij niet grote achting op mijn zonde, om mij daarover te straffen? Of, Gij verschoont niet van mijn zonde.

42) verzegeld,

Dat is, vast tezamen bijeengesloten en als met een zegel bewaard, opdat zij U uit de gedachtenis niet vergaan zou. Zegelen voor besluiten, opsluiten, toesluiten; Deut. 32:34; Job 37:7.

De 32.34 Job 37.7

43) Gij pakt

Dat is, Gij vlecht en voegt bij mijn voorgaande misdaden ook de tegenwoordige, om mijn zaak nog te bezwaren en mij nog harder te straffen.

Copyright information for DutKant