Job 19:29
57) vanwege Hebreeuws, van het aangezicht des zwaards. Hij noemt n soort der straffen, voor alle, welke van God over de onboetvaardigen gezonden worden. 58) de grimmigheid Versta, de grimmigheid Gods, welke zich openbaart over de ongerechtigheden der mensen; Rom. 1:18. Zie 2 Kron. 28:13. Anders, [zulke] grimmigheid, te weten, als de vrienden van Job tegen Job openbaarden [is een] der misdaden van het zwaard, of brengt mede de straffen van het zwaard. Ro 1.18 2Ch 28.13 59) zwaards; Dat is, die het zwaard of enige andere straffen verdienen. 60) een gericht Te weten, bij God, die de zonden straft in dit leven, f in het toekomende, f in beide.
Copyright information for
DutKant